We blijven praten over de chip crisis en in het bijzonder van de twee grote polen die zich bezighouden met de bevoorrading van de wereld: Taiwan e China. Het eerste van de twee landen is wereldwijd de grootste leverancier dankzij bedrijven als TSMC, waar we het onlangs over hadden. China, aan de andere kant, probeert dat wel zo min mogelijk afhankelijk van andere landen voor de levering van microprocessoren en zet daarom in op lokale productie. Het lijkt misschien een situatie waarin de twee landen niets gemeen hebben, maar in werkelijkheid is dit niet het geval. Laten we eens kijken waarom.
Er is geen sprake van chip warfare, maar de situatie tussen Taiwan en China is niet de beste in deze periode: dit is wat er gebeurt
Staande bij een Nikkei Azië rapportheeft de Taiwanese regering een bevel uitgevaardigd dat verbiedt Taiwanese of Taiwanese bedrijven om personeel aan te werven op het vasteland van China. Een maatregel die vooral voor de halfgeleidersector zal gelden. Daarom kunnen bedrijven geen vacatures plaatsen voor functies in China. Eigenlijk Taiwan wil zijn talenten voor zichzelf houden verband houden met de productie van chips en een ‘braindrain’ vermijden.
De Taiwanese autoriteiten stellen dat "China is agressiever geworden en richt zich op Taiwanese toptalenten om een zelfvoorzienende toeleveringsketen op te bouwen". Om deze reden is het veren in het geval van rekrutering door Chinese bedrijven zal zijn erg hoog, vooral in de microprocessorsector. Bedenk dat het ontbreken van een post-pandemische planning ertoe heeft geleid dat i grote chipfabrikanten konden niet op aanvraag produceren. De situatie verslechterde toen als we bedenken dat a vicieuze cirkel van aanbod.
Dit probleem wordt toegevoegd aan een ander probleem dat nauwelijks kan worden gecontroleerd, namelijk het droogte in Taiwan. Het gebrek aan watervoorziening brengt producenten als TSMC op de knieën die gedwongen worden om water van buitenaf te kopen, dat naar last op productiekosten.
In de aanbieding op Amazon
Omslagafbeelding | Reuters